Het dorpje Canmaya Centro en de zwijnenstal - Reisverslag uit Infanta, Filipijnen van Willem Molema - WaarBenJij.nu Het dorpje Canmaya Centro en de zwijnenstal - Reisverslag uit Infanta, Filipijnen van Willem Molema - WaarBenJij.nu

Het dorpje Canmaya Centro en de zwijnenstal

Door: Willem Molema

Blijf op de hoogte en volg Willem

25 December 2013 | Filipijnen, Infanta

Zaterdag 21 december

Dit is de dag waarop we vertrekken naar het dorpje Canmaya Centro in de gemeente Sagbayan. Het is het dorp waar Sherryl met haar kinderen naar teruggekeerd is vanuit uit de grote stad Manila na de mislukte relatie met haar 'bokser'. We vertrekken in het donkerrode busje van onze vaste taxichauffeur.
We ontmoetten hem toen ik op het eiland Bohol aankwam en Sherryl en ik over de parkeerplaats liepen waar we door taxichauffeurs werden aangesproken. De man was heel schappelijk toen hij hoorde dat we in Tagbilaran eerst wat wilden drinken voordat we naar het hotel zouden gaan. Hij was bereid op ons te wachten en ons vervolgens naar het hotel te rijden. Uiteindelijk kostte me dat 14 euro....Hij toerde ons ook gisteren rond en vandaag zal hij de hele dag bij ons blijven, van 9 uur tot 18.00 uur voor 50 euro....Voor dat geld kan ik nog niet eens met de taxi van Hoogezand naar Oude Pekela komen.....
We hadden ook met de bus kunnen gaan, zoals Sherryl dat deed toen ze me in Tagbilaran opwachtte. Maar ze raadt het me nu af om twee uur in de bus zonder airco te zitten. De bus -en ik heb er een paar gezien- heeft alleen arzo: alle ramen zijn open.....De rit in het taxibusje naaar Canmaya Centro wordt desondanks een gedenkwaardige, maar dan om andere redenen. Hoewel de armoede hier over het algemeen minder schrijnend is dan in andere plaaatsen waar ik was, worden naarmate we de gemeente Sagbayan naderen de dramatische gevolgen van de aardbeving op 15 oktober j.l. steeds meer zichtbaar. Vlak bij mijn hotel begint dat overigens al met een kerk die in elkaar is gedonderd. Dat was trouwens niet de kerk die we gisteren zagen, of beter gezegd, de letterlijke puinhoop ervan.
De natuurschoon is hier nadrukkelijker aanwezig dan elders. Veel kokosnootbomen, afgewisseld door bananenbomen, rijstvelden, prachtige huizen en lelijke krotjes. Hier en daar zijn bergen die door de aardbeving gespleten zijn. Maar als we de stad Sagbayan binnenkomen, weet ik niet wat ik zie. Het is een enorme chaos van ingestorte woningen en het bijzondere ervan is dat het juist de kapitale huizen zijn die de meeste schade hebben. Heel veel huizen liggen compleet in puin. Ik weet niet of ze eigendom zijn van buitenlanders, maar in dat geval is het ook voor hen een ramp. Het gaat hier om huizen die in waarde oplopen tot tientallen miljoenen pesos....En ook al deel je dat door 60, dan zijn het nog heel veel eurootjes....Mijn mond valt helemaal open als we voor een groot gebouw staan dat helemaal opengescheurd is. Het is het gemeentehuis van Sagbayan. Er voor staan enkele tenten. In een daarvan zitten drie vrouwelijke ambtenaren te wachten op klanten. Er tegenover liggen duizenden lege flessen wijn op twee hopen op straat. Voor het statiegeld. Honderd meter verderop zijn veel huizen beschadigd. Er is een gapend gat. Daar stond tot voor kort de woning van de burgemeester. Het is wel duidelijk dat het episch centrum van de aardbeving hier was. Het is de stad waar Sherryl lopend naar toe gaat (half uur lopen) om boodschappen te doen.
Maar ook omliggende dorpjes zijn minstens zo hard getroffen als het hart van de gemeente. Dat geldt onder meer voor het dorpje naast dat van Sherryl waar een internetcafe heeft gestaan. Het werd verwoest door de aardbeving en de 5 kinderen die er op dat moment waren, onder wie 2 van de eigenaar van het internetcafe, overleefden het niet. Ook in Canmaya Centro is de schade groot. De paar huizen waar je met recht huis tegen kunt zeggen, liggen in puin. Een ervan staat tegenover de woningen van Sherryl en haar familie. De vrouw die er woonde leeft nu in een tuinhuisje van haar moeder, vlak om de hoek aan een pad. Ook de weg door het dorpje is niet meer dan een pad vol met hobbels en keien en aangezien het de hele dag regent, is het oppassen geblazen waar je hier loopt. Vlak bij de woningen van Sherryl haar familie staat het huis van een oom en tante van haar. Het heeft zicht op een veld met allemaal kokosnootbomen, maar het huis is aan gruzelementen. De voorkant is helemaal opengereten en alle muren zijn verzakt en gescheurd. Achter hun huis staat een geitenhok. Links zijn enkele tenten. Daarin leven nu een paar families. De geiten zijn naar het achterste deel van het hok verbannen. Achter de vernielde woning is Sherryl haar oom bezig een simpel huisje te bouwen van hout. De werkzaamheden schieten niet erg op, want het is puur timmerwerk. Er is geen electriciteit aanwezig, Dat was er uiteraard na de aardbeving ook niet. Nu is dat enigszings hersteld. De gemeente zorgt er voor dat er voorlopig om de week electriciteit in het dorp is. Al zegt dat niks over het openbaaar gebied, want er is geen straatverlichting. Zodra het donker wordt zijn de mensen in huis, dat is rond zes uur in de avond. De meesten staan rond 4 uur in de ochtend weer op. Sherryl ook. Dan gaat ze lopend -paar honderd meter- naar een waterput waar een provisorische pomp van bamboe is aangebracht. Als daar water is, klimt ze via een klein trappetje van bamboe over een hekje en pompt er water uit om zichzelf en haar kinderen te wassen en uiteraard om er kleren mee te wassen. Met de hand wel te verstaan. Maar als deze put geen water geeft, zoals nu, moet ze nog eeen paar honderd meter verder lopen om water te halen en het thuis te brengen.
Sherryl woont met haar familie vlak naast een door de aardbeving vernield kappeltje. Links is het huis van haar moeder met aan de voorkant een soort winkeltje waarmee de familie zich probeert te bedruipen. Rechts is het huis van Sherryl haar oma en daar achter is Sherryl haar huis. Oma en moeder hebben zo besloten, maaar Sherryl heeft daardoor alleen maar uitzicht op de huizen van oma en ouders. Slechts een modderig paadje dat tussen de woningen van haar moeder en oma langs loopt, leidt naar de weg.
Sherryl haar (stenen) woning is door de aardbeving onbewoonbaar. Er zitten grote scheuren in de muren en op tal van plaatsen zijn gapende openingen ontstaan en herinneren stenen brokstukken en ijzeren pennen aan de aardbeving. Vooral de keuken is zwaar beschadigd. Met het geld dat ik namens vrienden in Nederland schenk (450 euro) kan haar huis voor een belangrijk deel worden opgeknapt door de plaatselijke timmerman. Tal van muren zullen dan van hout worden voorzien. Ik laat haar zien dat je met een likje verf, spiegels en lampjes het huis aanzienlijk lichter en gezelliger kunt maken. Sherryl heeft eerst met haar drie kinderen (7 en 4 jaar en 9 maanden) in een tent bij het huis geslapen en daarna in het geitenhok met andere families. Ze leeft nu in het houten huis van haar moeder en slaapt met 3 kinderen in een bed dat in de kamer staat.
We gaan met andere familieleden naar het geitenhok waar we wat drinken en waar een buurman met zijn kapmes (sundang) enkele kokosnoten uit de boom slaat. Sherryl haar oom slaat de kokosnoot open en laat me het melk in een glas gieten, Het is kleurloze melk dat zoet smaakt maar niet echt naar kokos. Dat geldt in meer of mindere mate ook voor de kokos die Sherryl er met een lepel voor me uit schraapt. Er komen nog enkele nichtjes van haar van school die, net als haar kinderen, door mij worden getrakteerd op chocolade (chcoladeletters en chocolade euro's) uit Nederland en kerstmannen met heel veel chocolade in hun buik uit een supermarkt van Tagbilaran. Vooral het 4-jarig dochtertje van Sherryl is er dol op.
Als het zo rond half 4 in de middag is opgehouden te regenen, wandelen we wat door het dorp, de kinderen achter ons aan en overal waar we staan en lopen komen mensen uit hun huis. Ik groet de mensen vriendelijk en vraag of ik met ze op de foto mag. ''Ik stuur je wel eentje via facebook'', grap ik. Een man reageert op een prachtige manier. ''Ik heb wel een face, maar geen book,'' zegt de man en iedereen moet onbedaarlijk lachen. Als we een zijpad inslaan, zie ik rechts op een verhoogd gedeelte drie huisjes. Nou ja, hoe moet je dat nou zeggen, het zijn houten huisjes zeg maar. Ik wil er graag even kijken. Er is rook, er lopen wat kinderen rond en wat vrouwen. Op een bankje zit een klein kind in smerige onderkleding, zo lijkt het althans. Een van de huisjes is zodanig in elkaar getimmerd dat er geen airco nodig is. Hier hebben wind en regen vrij spel. Ik mag een kijkje nemen in het voorste deel. Er hangt een kind in een doek. De moeder haalt het helemaal in doeken gewikkeld kind (zelfs de handjes) eruit en gaat met mij op de foto. Dan hoort ik wat geknor. In het achterste deel van het huisje huist een varken met een stuk of zes biggen. Een ervan schijnt ziek te zijn en scharrelt vrij rond. Ik weet niet wat ik moet zeggen en denken. Dit gaat mijn verstand te boven. Dit beeld raak ik niet kwijt, evenmin als de modder onder mijn schoenen, maar dat haalt Sherryl er bij haar thuis wel af. Bij de buurvrouw staan enkele kinderen me aan te kijken alsof ik van een andere planeet kom. Ik deel twee van de kerstmannen met de chocolade in hun buik aan hen uit. Ze grissen het bijna uit mijn handen en doen daarna een paar stppen terug. Schuifelend, glijdend en springend kom ik weer op het openbare pad. Wat een armoede. Het maakt diepe indruk op mij en ik vraag mezelf af, maar ook aan Sherryl, hoe het mogelijk is dat mensen in deze omstandigheden kunnen leven. Ik krijg er niet echt een antwoord op. Voor het huis van Sherryl zou ik het woord ''schuur'' kunnen gebruiken, maar voor dit huis past maar een uitdrukking: letterlijk een zwijnenstal.
We nemen afscheid van het dorp en de mensen. Sherryl haar moeder staaat in de deuropening. Ze spreekt geen woord Engels, maar als ze me een hand geeft, komen er toch een paar uit: 'Thank you'. Toen Sherryl haar liet zien wat ik aan geld en spullen had meegenomen en haar had verteld dat ik de reis van haar vader had betaald zodat hij met kerst en de jaarwisseling thuis kan zijn, vloeiden er tranen. Haar moeder vertelt later dat mijn bezoek het gesprek van de dag was in het dorp en dat wordt nog eens bevestigd door telefoontjes die Sherryl later krijgt van vrienden en familie. ''Was er een buitenlander in het dorp? Ga je met hem trouwen?''

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Willem

Wie ben ik? Geboren op 3 maart 1952 in Veendam, woonachtig sinds 2001 in Oude Pekela, nu ongetrouwd, twee dochters die in 2012 respectievelijk 30 en 27 jaar oud waren. Heb 37 jaar gewerkt in de journalistiek (Dagblad van het Noorden) en sinds 2010 van beroep uitvaartspreker. Mag net als iedereen graag reizen en na mijn dagboeken van Kameroen (2010) en Aruba (2011) volgt nu een dagboek over de Filipijnen.

Actief sinds 12 Dec. 2012
Verslag gelezen: 176
Totaal aantal bezoekers 40920

Voorgaande reizen:

01 December 2013 - 13 Januari 2014

Een bijzondere missie naar de Filipijnen

Landen bezocht: